De laatste verzetsstrijders

Gerrit Verbeek

‘Allemachtig. Oh god oh god, hoe durf je.’Ongelovig pakt Gerrit Verbeek het pistool uit de lagen plastic waarin het is gewikkeld. Geroutineerd controleert hij het magazijn – ‘er zit niks meer in hoor, wees maar niet bang.’ Hij richt en haalt de trekker over. Het wapen heeft hij meteen herkend: hij gaf het ooit aan zijn verzetsmakker Cor Hilbrink.

Rijtjeshuis
Wie nog mensen wil spreken die als (jong-) volwassene de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt, moet snel zijn. Daarom besloot het historische televisieprogramma Andere Tijden vorig jaar een special te maken over enkele verzetsstrijders die nog in leven zijn. Met Mary de Keijzer en Mirjam Gulmans deed ik de research.
Mensen die nog leven en een enigszins significante rol in het verzet hebben gespeeld zijn nu achter in de tachtig, of al een eind in de negentig. In Zutphen ontmoet ik Gerrit Verbeek, 96 jaar oud, tijdens de oorlog actief bij het gewapende verzet in Twente. Over de oorlog praat hij zelden.
Gerrit woont in een klein rijtjeshuis in Zutphen, neergestreken na tientallen verhuizingen, in en na de oorlog voor zijn werk bij de politie. Hij ziet en loopt slecht, maar wordt liefdevol verzorgd door zijn tweede vrouw Anneke.
Hij ontmoette haar tijdens een cursus Engels, toen hij plannen had om te emigreren, diep teleurgesteld over wat er na de oorlog is gebeurd. Zijn collega’s die gewoon door bleven werken onder de Duitse bezetter, maakten de dienst uit bij de politie. En daarom kwam Gerrit lastig weer aan het werk.

Gerrit Verbeek als marechausse

KP Zenderen
In 1941 neemt Gerrit ontslag bij de marechaussee in Borne. Hij kan het werk niet langer verenigen met zijn geweten. Via een baantje op het gemeentehuis raakt hij steeds meer betrokken bij het helpen van onderduikers, het distribueren van illegale kranten en het regelen van bonkaarten.
Uiteindelijk sluit Gerrit, die zijn dienstwapen niet heeft ingeleverd, zich aan bij het gewapende verzet van de knokploeg van Cor Hilbrink, met wie hij een hechte band opbouwt. Ze overvallen distributiekantoren en gevangenissen, blazen spoorwegen en bruggen op. Tot op 23 september 1944 Huize Lidwina, het hoofdkwartier van Knokploeg Zenderen door de Duitsers wordt overvallen en vernietigd.

Kapot
De eindscene van De Laatste Verzetsstrijders filmt Gerrit op de hometrainer – de zon schijnt broos door zijn witte haar. Wat hij doet op 4 mei? ‘Helemaal niks.’
‘Ik kijk niks en ik luister niks. Ik kan het niet, ik ga kapot. De traumatische dingen van de oorlog, die sleep ik nog met me mee. Het gebeurt nog wel eens dat ik ’s nachts schreeuwend wakker word, dat ik om hulp roep. Dat ben ik nooit kwijt geraakt. Nooit.’
Dus doet Anneke de televisie uit, en spelen ze een potje scrabble.

Herdenking verwoesting Huize Lidwina